Dit artikel is geschreven door Justin Lahaije, student cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Maastricht & leerling van het stoïcisme. Hij schreef al eerder op De Nieuwe Stoa over zijn persoonlijke stoïcijnse dagboek, over het stoïcisme als een filosofie voor het leren, minimalisme voor het brein, en vrijheid.
Een tijdje terug zag ik een video langskomen van het YouTube kanaal ‘Academy of Ideas‘. De video ging over hoe je ervoor kunt zorgen dat je je leven niet verspilt, door er een zoektocht van te maken. Of in het Engels: a quest.
Een hoop van de adviezen die hierin genoemd werden deden me denken aan een andere video die ik een langere tijd geleden had gezien. Het YouTube kanaal ‘Kurzgesagt’ spreekt daarin over optimistisch nihilisme.
Ik nam beide boodschappen samen en schreef erover in mijn dagboekje. Het was op dat moment dat het me duidelijk werd dat hier wellicht een boodschap in zit die waardevol kan zijn voor meer mensen dan alleen mijzelf.
De wereld als een knutselkamer
Stel je nou eens voor dat je een heel ander beeld van de wereld aanneemt vanaf nu. Wat nou als je de wereld gaat zien als een knutselkamer? Of zoals in de Kurzgesagt video werd voorgesteld: een speeltuin. Wat zouden hier de consequenties van zijn?
Naar mijn inschatting gebeurt het volgende: Als de wereld een knutselkamer is, dan betekent dat, dat alles in de wereld (of het nou fysieke materie, ideeën of technieken zijn) als materiaal kan worden gezien waarmee je kunt werken. Want in een echte knutselkamer staat er natuurlijk ook materiaal waar je mee kunt werken. Materiaal om dingen uit te proberen, te testen en om mee te experimenteren. Gewoon even zien wat je er allemaal mee kan. Maar waarom zou je dat willen doen? Een eerste reden is dat het vooral erg leuk is. Een tweede reden is dat je misschien simpelweg nieuwsgierig bent naar hoe alles werkt en wat je er allemaal mee zou kunnen doen. Ineens wordt de activiteit dan ook nog eens zinnig, aangezien je bezig bent met antwoorden vinden op vragen die voor jou relevant zijn, door actief de interactie op te zoeken met alles wat je tot je beschikking hebt.
Ter verduidelijking zal ik twee voorbeelden noemen. De eerste gaat over Socrates. Wat Socrates het meest interessant vond in het leven is ethiek. Specifiek de antieke versie van ethiek. Hoe leef je een goed leven? Hij ging daarom dus in gesprek met mensen. Tijdens deze gesprekken spraken ze over moeilijke onderwerpen. Zoals: wat is gerechtigheid? Of, wat is piëteit? Het resultaat van deze gesprekken was dat hij toch nog een mooi aantal mensen in Athene aan het denken zette. Hij verkondigde nooit dat hij een antwoord had, maar hij was al heel tevreden als mensen stil konden staan bij deze vragen. Eén van de conclusies uit zijn filosofie is dan ook dat het nastreven van begrip over wat een goed leven is een deugd is.
Het andere voorbeeld komt van een groepsinterview dat ik een aantal maanden geleden heb moeten doen voor mijn opleiding. We moesten een onderzoeker vragen stellen over een onderzoek dat ze aan het doen was. Ze legde onder andere uit waarom ze nieuwsgierig was geworden naar haar onderzoeksvraag; ze legde uit welke materialen en hulmiddelen ze ter beschikking had; en ze legde uit hoe ze mensen met psychische klachten eventueel kan helpen met de resultaten.
En hier komt het eigenlijk allemaal op neer. Zowel Socrates als deze onderzoeker hadden iets gevonden waar ze nieuwsgierig naar waren, hadden gekeken naar welke middelen ze ter beschikking hadden om dit te onderzoeken, en vervolgens besloten ze te knutselen met hun ondervindingen en het materiaal dat ze ter beschikking hadden. Socrates zette mensen aan het denken, de onderzoeker zette een methode op waarmee ze mensen met bepaalde psychische klachten zou kunnen helpen helen.
De conclusie waar ik dus op uit kwam, betreffende de vraag wat er zou gebeuren als je de wereld gaat zien als een knutselkamer is: nieuwsgierigheid, onderzoek / experimenteren en creatie. Klinkt dit niet heel erg als ‘Ik heb mijn passie in het leven gevonden?’ Of ‘Ik heb mijn levensmissie gevonden?’
Je haalt het spel terug in je acties. Je acties worden niet alleen betekenisvol voor jou persoonlijk, maar het wordt ook leuk om ze uit te voeren. Een goed voorbeeld is het bedrijf Philips. Aan het einde van de werkweek mochten werknemers de laatste 1 of 2 uur (ik weet het niet meer zeker) van de dag vrij werken. Dat betekende dat ze gewoon een beetje mochten aanklooien met de faciliteiten en de materialen. Daar kwamen dan ook de leukste resultaten uit. De medewerkers konden nagaan wat hen interessant leek om aan te werken, waarna ze de praktische applicaties daarvan konden ontdekken.
Ze konden met hun ogen vol verwondering nadenken over wat alle mogelijkheden wel niet waren. Waarna ze mindful aan de slag konden. Hoe zou het zijn om met dezelfde verwondering over de mogelijkheden te kijken naar de wereld?
Ethiek als kernpunt
Misschien vraag je je nu af: Justin, weet je zeker dat dit een goed idee is? Het kan namelijk zo zijn dat mensen andere mensen gaan zien als materiaal of als een middel. Ik weet niet of ik het daarmee eens ben hoor.
Mijn antwoord is: Ja daar maak je een goed punt. Ik ben zelf ook geen fan van het zien van andere mensen als objecten voor eigen doeleinden. Om maar even een voorbeeld te noemen. En dan druk ik mezelf nog zacht uit. We moeten niet gaan denken dat we goden zijn en zomaar kunnen doen en laten met anderen wat we willen gewoon omdat we zo nodig moeten zeggen ‘dit is het beste voor iedereen’. Laat het een dienst zijn naar anderen, geen dwang. Bied het aan, maar dwing het niet af. Desalniettemin is dit nu juist het soort vraag dat duidelijk maakt hoe belangrijk ethiek is in het leven. Zowel de antieke betekenis als de moderne betekenis.
Het is op dit moment dat we aankomen bij het stoïcijnse idee van ethiek. Hun idee van ethica kwam voort uit de toepassing van logica op de ideeën van fysica die toentertijd de ronde deden. Heel kernachtig kan er gezegd worden dat een goed leven, een leven is dat geleefd wordt in acceptatie met hoe de wereld werkt, en wat de natuur is van een mens.
Voor hun betekende een goed mens zijn ‘een mens zijn dat zijn functie als mens uitvoert’. Waarschijnlijk geïnspireerd op de Ethica van Aristoteles. Een mens die zijn functie uitvoert, is een mens die leeft in acceptatie met de wetten van de natuur, en de natuur van een mens manifesteert. Marcus Aurelius had het mooi voor zichzelf samengevat: we leven voor elkaar.
Alle acties die goed zijn voor jezelf en tegelijkertijd goed zijn voor anderen is een goede actie. Moderne voorbeelden hiervan zijn recyclen, minder lang- en minder vaak douchen, en minder broeikasgassen uitstoten. Mits ik goed heb begrepen dat deze acties goed zijn voor zowel jezelf als voor anderen.
We kunnen deze ethiek dus mooi toepassen op wat we net hebben bedacht over het zien van de wereld als een knutselkamer. Socrates en de onderzoekster hadden hele altruïstische doelen voor hun projecten. Ze proberen allebei acties uit te voeren waarvan zij hebben besloten dat dat goede acties zijn om uit te voeren. Wat haal jij uit het stoïcisme? Wat is voor jou een goede actie? Heb je andere filosofieën bestudeerd en een meer gepersonaliseerd idee van ‘goed gedrag’ in je hoofd? Zolang we ethiek in ons achterhoofd houden, kunnen we trachten te voorkomen (of op z’n minst minimaliseren) dat er catastrofale consequenties zijn.
Op z’n minst zou de eerder genoemde manier van de wereld zien ervoor kunnen zorgen dat mensen actief participeren in de maatschappij en zich gedragen met de intentie om die participatie gevuld te laten zijn met goede acties. Zeker als het gecombineerd wordt met de stoïcijnse ethiek, die overigens ook stelt dat het goed is om ons actief in te zetten voor de maatschappij.
Maar jij woont in Nederland
Je kunt me makkelijk het commentaar geven dat ik in een land woon waar ik veel opties heb. Het ‘materiaal’ en de ‘middelen’ waar ik mee kan werken zijn veel groter dan voor iemand die in een derdewereldland woont. Wat natuurlijk ook weer een heel goed punt is van je. Zelfs als je zou zeggen dat het enige materiaal dat Socrates gebruikte ‘gesprekken’ was, is er nog altijd een goed tegenargument te geven. Namelijk: Socrates had in zijn leven van educatie genoten, en leefde in de soort stad waar filosofische ideeën zich al in de rondte deden. Toentertijd was Athene één van de meest welvarende steden in de hele wereld.
Hier heb ik dan ook geen goed antwoord op. Sommigen zullen zeggen: roei met de riemen die je hebt. Maar ik ben er zelf nog niet volledig over uit of dat nu wel eerlijk is om te zeggen. Vooral omdat veel van de problemen in derdewereldlanden zijn ontstaan juist vanwege de manier waarop andere landen ze vroeger hebben behandeld, en nu nog steeds behandelen. Dus ik ben hier nog wat twijfelachtig over, maar misschien kom ik ooit tot een conclusie. Ik denk dat ik het voor nu laat bij de observatie: Ik kan zien dat middelen en materialen niet in gelijke verhouding verdeeld zijn over de wereld.
De stoïcijn zegt dan echter wel dat je dankbaar moet zijn voor wat je allemaal wel hebt, en vooral ook niet moet wensen voor meer dan dat je hebt. En dat alles wat voor een mens natuurlijk is, al is gegeven aan hen. Alles wat een mens nodig heeft, zeker volgens het traditionele stoïcisme, heeft hij al en zal hij pas verliezen wanneer de dood hem vindt. Het doet me vooral denken aan een zin in de Morele Brieven van Seneca: “Ik heb al mijn bezittingen bij me.” Maar aan de andere kant gaat de stoïcijn ook niet rondlopen en tegen iedereen maar verkopen dat ze zich stoïcijns moeten gedragen. Sterker nog, Seneca heeft ook een heel ander soort uitspraak gedaan die waardevol is om hier te noemen: “Rijkdom biedt een wijs man rijkere middelen om zijn innerlijk te ontwikkelen dan armoede. Dat lijdt toch geen twijfel? Want bij armoede is er maar één soort deugd: niet eronder gebukt gaan, je niet eronder laten krijgen. Maar bij rijkdom is er volop ruimte voor maat houden en vrijgevig zijn, voor zorgvuldigheid en ware klasse.” (uit: Het Ware Geluk)
We zullen moeten aanzien in hoeverre het idee van ‘de wereld als een knutselkamer’ de test van experimentatie kan weerstaan. Wie weet kan, door toetsing, dit idee verder worden genuanceerd en meer solide worden gemaakt. Het is zelfs mogelijk dat dit idee volledig in elkaar stort.
Toetsing
Voor deze toetsing zijn drie vragen nodig: Waar ben ik nieuwsgierig naar (of: waar wil ik meer over te weten komen; of: wat vind ik interessant)? Wat kan ik doen om daar meer over te weten te komen? Wat kan ik creëren met deze kennis en de beschikbare middelen/materiaal? Hoewel je de laatste vraag het beste pas kan stellen nadat je een doel hebt opgesteld met betrekking op wat je wilt bereiken met de gewonnen informatie.
Op een manier heb ik deze vragen ook aan mezelf gesteld. Ik vroeg me af hoe iemands leven kan veranderen als ze de wereld zouden zien als een knutselkamer; mijn onderzoek was een gedachte-experiment gecombineerd met het verzamelen van een tweetal perspectieven over dit onderwerp; wat ik creëerde was een artikel waarin ik mijn bevindingen uiteenzet. Iets dat mensen kunnen lezen. Vervolgens kunnen de lezers zelf beslissen wat ze ervan vinden. Wie weet komen we wel tot behulpzame conclusies samen.
De boogschutter
Cato de Jongere sprak ooit over een boogschutter. Dit korte verhaal diende als een analogie voor hoe we ons als stoïcijn moeten opstellen wanneer we een actie uitvoeren.
De boogschutter kan er alles aan doen om de actie tot het beste van zijn kunnen uit te voeren, maar vanaf het moment dat de pijl los komt van de boog kan de boogschutter niet bepalen of de pijl zijn doel raakt. Dit ligt buiten zijn controle. Het doelwit kan bewegen en de wind kan de koers van de pijl veranderen.
Wat we hiervan kunnen leren is dat het belangrijker is om ons te concentreren op het zo goed mogelijk uitvoeren van onze gekozen taak, dan of het een bepaald resultaat behaald. Het gevoel van tevredenheid en gemoedsrust zit hem in het goed uitvoeren van een taak. Als je je gemoedsrust laat afhangen van iets dat buiten je controle ligt, is de kans dat je die gemoedsrust bereikt significant lager.
Als je het advies van Cato de Jongere volgt zal je dus ‘het leven zien als een knutselkamer’ op dezelfde manier aanpakken. Het gaat om de activiteit, en dat je die ijverig uitvoert. De laatste stap, creatie, is een mooie stap. Maar als je die niet bereikt, hoef je daar geen verdriet over te hebben. De zoektocht was wat je geluk bracht.
Wees goed, zolang je nog leeft, zolang je nog kan.