Tegenwoordig is Marcus Aurelius wellicht het meest bekend als de oude, wijze keizer in de film The Gladiator. Maar wie was hij echt? Wat kunnen we van hem leren? En wat was zijn kijk op de stoïcijnse filosofie?
Het leven van Marcus Aurelius
Stel je voor: je bent de machtigste persoon binnen een groot rijk met feitelijk een oneindige hoeveelheid geld, roem, macht, en het sterkste leger ter wereld. Wat zou je doen? Neem je het pad van een typische dictator en verrijk je jezelf en je volgelingen? Of probeer je het rijk en de mensen daarin beter achter te laten dan dat je ze vond?
Marcus Aurelius koos overduidelijk voor het tweede pad. Hoewel hij nooit verwacht had om keizer van het Romeinse Rijk te worden, zorgde hij ervoor dat hij niet in een typische dictatoriale rol viel. Niet alleen probeerde hij eerlijk te regeren, hij werkte ook continu aan de ontwikkeling van zichzelf. Dit weten we omdat Marcus Aurelius een soort dagboek bijhield met daarin zijn ‘overpeinzingen’ over het hebben van een goed leven, over hoe je een goed mens kan zijn, en hoe we onderscheid kunnen maken tussen belangrijke en onbelangrijke zaken.
Het schrijven van deze persoonlijke notities was – uiteraard – persoonlijk en nooit bedoeld om gepubliceerd te worden. Gelukkig voor ons zijn ze echter wel bewaard gebleven! Door de persoonlijke notities van Marcus Aurelius is hij in de ogen van de geschiedenis omgetoverd tot één van de belangrijkste stoïcijnse auteurs. Vandaar dat hij ook bekend staat als de keizer-filosoof van de oudheid en één van de ‘vijf goede keizers’ is.
Jeugd & Adoptie
Niemand zou echter gedacht kunnen hebben dat Marcus Aurelius keizer zou worden. Hij werd geboren in een rijk en vooraanstaand gezin, maar het keizerschap was zeer ver weg. Er is verder niet veel bekend over de omstandigheden waarin Marcus Aurelius opgroeide. Maar toen keizer Hadrianus Marcus Aurelius leerde kennen, was hij onder de in druk van hem. Over de jaren die volgden kan Hadrianus niet veel van Marcus Aurelius gezien hebben, omdat hij zelf veel tijd buiten Rome spendeerde. Op zijn sterfbed in 138 n.Chr. besloot Hadrianus om het keizerschap over te dragen aan Antoninus Pius, een senator die zelf ook geen zonen had. Als onderdeel van de overdracht moest Antoninus twee personen adopteren: Marcus Aurelius en Lucius Verus, met wie Marcus later het keizerschap zou delen.
Antoninus Pius was keizer voor één van de langste periodes in Romeinse geschiedenis, van 138 tot 161 n.Chr. Gedurende die jaren werd Marcus Aurelius klaargestoomd voor het keizerschap. Zo werd hij tweemaal gekozen tot consul, de hoogste magistraat in het Romeinse Rijk, en kreeg hij verschillende andere administratieve functies. Het is gedurende deze periode dat Marcus Aurelius ook de eerste conflicten tussen zijn filosofische neigingen en zijn plichten als leider begon te zien. Hij probeerde zichzelf te overtuigen dat een filosofisch leven mogelijk was in combinatie met het keizerschap, maar het bleef lastig. (Hij schrijft aan zichzelf: “Waar je kunt leven, kun je ook goed leven. Welnu, aan het hof kun je leven, dus kun je aan het hof ook goed leven.”)
Na zijn adoptie door Antoninus Pius, en voor het opnemen van het keizerschap, kreeg Marcus Aurelius ook nog verdere instructie van twee leraren/mentoren die hem erg beïnvloedde. De eerste, Herodus Atticus, was een schrijver, redenaar en politicus – en, ironisch genoeg, een fervent tegenstander van het stoïcisme. De tweede, Marcus Cornelius Fronto, was één van de bekendste en meest gewaardeerde redenaars van zijn tijd. De correspondentie tussen Marcus Aurelius en Fronto is bewaard gebleven en nog steeds te lezen.
In 161 n.Chr., na 23 jaar geregeerd te hebben, stierf Antoninus Pius. Marcus Aurelius en Lucius Verus werden samen tot keizer verkozen en gekroond. Tot de dood van Lucius in 169 hielden ze beiden het gedeelde keizerschap conform de wensen van Hadrianus.
Keizerschap
Hoewel Marcus Aurelius waarschijnlijk liever een filosoof zou zijn geweest, en het liefst een vredig en rustig keizerschap zou wensen, was dit niet het geval. Zijn keizerschap, in tegenstelling tot dat van Antoninus Pius, werd gekenmerkt door oorlog en ongeluk.
Allereerst was er de oorlog tegen de Parthen die begon in 161 n.Chr. Lucius Verus werd gestuurd om het leger te leiden terwijl Marcus Aurelius de zaken van het rijk waarnam in Rome. Het begin van de oorlog was wankel; na decennia van vrede onder Antoninus Pius was het leger en de legerleiding niet in topvorm om de vijand tegen te gaan. Uiteindelijk, door toedoen van de Romeinse generaal Avidius Cassius, werden de Parthen echter verslagen.
Maar dit was geen gelukkig einde, want op de terugweg naar Rome bracht het leger namelijk de pest mee. Het totaal aantal doden door deze epidemie wordt op vijf miljoen geraamd. Grote delen van het rijk werden aangetast door de pest en ook Rome zelf werd getroffen. Volgens sommige bronnen werd Lucius Verus ook besmet met de ziekte, wat wellicht heeft bijgedragen aan zijn vroegtijdig overlijden.
Direct na het afronden van de oorlog tegen de Parthen, en tijdens de pestepidemie in het rijk, brak er een tweede oorlog uit, ditmaal met een aantal Germaanse stammen. Deze keer trok Marcus Aurelius zelf op met de legioenen – hij werd dus geforceerd om bezig te zijn met oorlog en niet met filosofie.
Na de overwinning in de oorlog tegen de Germaanse stammen, in 175 n.Chr., leek het tij te keren voor Marcus Aurelius. In het zelfde jaar werd hij echter ernstig ziek. Avidius Cassius, nu gouverneur van de oostelijke provincies, denkende dat de keizer op zijn sterfbed lag, begon een opstand om zichzelf tot keizer uit te roepen. Marcus Aurelius genas echter en was nu genoodzaakt om met zijn legioenen naar het oosten te trekken om de opstand neer te slaan.
In 177 n.Chr. keerde hij eindelijk terug naar Rome. Een jaar later was hij weer genoodzaakt om op oorlogspad te gaan, nu nogmaals tegen de Germaanse stammen. De laatste twee jaar van zijn leven speelden zich dan ook af in de grensgebieden van het Romeinse rijk, vechtend tegen dezelfde rebelse stammen. In 180 n.Chr. overleed hij onder natuurlijk omstandigheden in het regionale militaire hoofdkwartier in het hedendaagse Wenen.
Regeren volgens stoïcijnse principes
De keizer-filosoof die het liefst filosoof zou zijn geweest, was dus gedurende zijn gehele bestuur verplicht om oorlog te voeren, verraad te weerstaan, en het rijk te redden van een epidemie. Hoewel dit niet zijn keuze was, regeerde hij volgens stoïcijnse principes: om het beste er van te maken, om een goed mens en dus een goede keizer te zijn, om externe zaken als onverschillig te accepteren, en om te handelen met terughoudendheid en gematigdheid.
Gedurende de jaren dat dit alles zich voor deed, schreef Marcus zijn reflecties in zijn (dag)boek. De titel ‘Ta eis heauton’ kan vertaald worden als ‘aan zichzelf’. De machtigste man ter wereld schreef dus reflecties en herinneringen aan zichzelf over hoe hij een wijzer en beter persoon kon worden, hoe hij verleidingen kon weerstaan, en hoe hij beter kon regeren.
Dit is de reden dat Marcus Aurelius door de eeuwen heen gelezen werd en nog steeds gelezen wordt. Het gaat niet over zijn leven of over zijn problemen, maar over hoe een mens zich het beste kan gedragen in een moeilijke situatie waar hij zich liever niet in bevindt.
En, over zijn gehele bestuur gezien, was Marcus Aurelius een keizer die het beste voor had met zijn rijk. Hij was niet omkoopbaar, en regeerde gematigd en wijs. De slechtste beslissing die Marcus Aurelius waarschijnlijk nam, was het besluit om zijn zoon Commodus keizer te maken na zijn dood. Het was al lang bekend voordat Commodus keizer werd dat hij er niet voor geschikt zou zijn. (Sterker nog zelfs, de belangrijkste reden voor Avidius Cassius om in opstand te komen nadat hij dacht dat Marcus Aurelius zou sterven, was om te voorkomen dat Commodus keizer werd.)
De dood van Marcus Aurelius bracht dan ook een einde aan een gouden tijdperk voor het Romeinse Rijk, waarin de adoptiekeizers regeerden met wijsheid en terughoudendheid. Volgens Cassius Dio was Marcus Aurelius teleurgesteld dat, ondanks zijn onderwijs en instructie aan zijn zoon, Commodus was zoals hij was. Waarom hij hem dan alsnog keizer maakte is een vraag die niet te beantwoorden is. Het illustreert dat een wijs en gematigd keizer en stoïcijn nog steeds feilbaar is, en dat hij niet in alle situaties het beste inzicht heeft en de beste besluiten neemt.
Werk & Vertalingen
Voor zover we weten werkte Marcus Aurelius slechts aan één boek, en dat is zijn dagboek – iets wat nooit bestemd was voor publicatie. Dit gaf hij als titel ‘Ta eis heauton’, wat letterlijk betekent ‘aan zichzelf/mijzelf’. In het Nederlands is deze titel door verschillende vertalers verschillend geïnterpreteerd. ‘Overpeinzingen’ is de meeste gebruikte titel, maar dit dekt de lading naar onze mening niet echt. Het klinkt niet alleen pijnlijk maar ook erg filosofisch en saai. Daarentegen zijn de reflecties van Marcus Aurelius wel filosofisch, maar niet theoretisch en complex. Er is geen theorie, geen uiteenzettingen, maar juist korte reflecties die Marcus aan zichzelf schreef om hem te ondersteunen. Andere vertalers gebruiken de titel ‘Persoonlijke Notities’, wat waarschijnlijk een betere optie is.
De Persoonlijke Notities zijn vrijwel altijd geschreven in de vorm van korte fragmenten van enkele zinnen tot enkele paragrafen. Deze fragmenten gaan over zaken die Marcus zelf belangrijk vond, aangevuld met citaten van bijvoorbeeld Epictetus. Veelvoorkomende thema’s zijn discipline, nederigheid, kracht tonen in moeilijke situaties, wat een goed mens is en hoe je er één kunt zijn, hoe zaken je alleen kunnen aantasten als je daarvoor toestemming geeft, hoe om te gaan met woede en frustratie, hoe je jezelf moet voorbereiden op de dood, en natuurlijk de problemen die Marcus ervaart in het combineren van het keizerschap en de filosofie. (Zie hier voor een selectie van zijn beste citaten.)
Het is, nogmaals, een werk dat nooit voor anderen bedoeld was, en al helemaal niet voor publicatie. Daarom is er ook geen exacte volgorde in de fragmenten, of een verhaal of redenering dat van A tot Z gaat. Verwacht dan ook geen voorgekauwde kost. Het lezen van de notities is niet per se moeilijk, maar het vereist wel reflectie door de lezer. Als je snel door de notities heen gaat zul je er weinig waarde uit halen. Maar als je rustig een aantal notities leest en daar over nadenkt zul je veel meer inzicht krijgen in Marcus en zijn kijk op de stoïcijnse filosofie.
Omdat het boek over de eeuwen heen steeds populair is gebleven, zijn er ook veel verschillende vertalingen en versies van te vinden. Jammer genoeg zijn veel van de Nederlandse vertalingen extreem oubollig en complex, en dus geen plezier om te lezen. De beste Nederlandse vertaling is dan waarschijnlijk ook één van de recentste, die van Simone Mooij-Valk. Er zijn ook gratis versies te vinden online van de oude vertalingen. Dit zouden wij echter niet aanraden omdat deze zeer moeilijk leesbaar zijn en daarom ook geen inzicht of plezier verleent.
De stoïcijnse filosofie van Marcus Aurelius
Filosofie, het klinkt vaak saai en het brengt onze gedachten misschien terug naar een schoolse klas. Het stoïcisme is echter geen zaak voor een filosofieklas, want waar het zijn waarde echt toont is in de praktijk. Het biedt handvatten, het geeft rust, en laat zien wat belangrijk is in het leven en wat niet. Dat is in een notendop ook waar de filosofie van Marcus Aurelius over gaat. Een aantal van de belangrijkste thema’s uit de Persoonlijke Notities zijn de volgende:
Alles is slechts een waarneming
Eén van de belangrijkste thema’s in de Persoonlijke Notities gaat over het waarnemen van gebeurtenissen en externe zaken.Volgens Marcus is een gebeurtenis op zichzelf niet ‘goed’ of ‘slecht’, het is neutraal. Het is onze interpretatie van een waarneming die bepaalt of iets ‘goed’ of ‘slecht’ is. Als iemand bijvoorbeeld voordringt in de rij voor een kassa, is dit dan goed of slecht? Volgens de stoïcijnse insteek is het geen van beiden; het is namelijk op zichzelf neutraal. Maar door intern hier een waardeoordeel aan te geven bepalen we zelf of het ‘goed’ of ‘slecht’ is.
Doe je oordeel weg, en weg is je gevoel. Neem dat gevoel weg en weg is het nadeel zelf.Marcus Aurelius
Het is dan ook mogelijk volgens Marcus Aurelius om de interpretatie van waarnemingen aan te passen. Je kunt er voor kiezen om niet boos, gefrustreerd, of ontevreden te zijn. Emoties zijn namelijk een gevolg van onze interpretatie van iets dat we zien, horen of meemaken. Als je er dus voor kiest om de waarneming anders te interpreteren, is de basis voor het negatieve gevoel of emotie weg.
Kortom: het zijn niet de externe gebeurtenissen die ons beïnvloeden en benadelen, het is onze interne interpretatie en reactie hierop.
De innerlijke geest is een bron van kracht
Het interpreteren en beoordelen van waarnemingen is niet het enige dat we intern doen en wat onze gemoedstoestand beïnvloedt. Door te focussen op bepaalde dingen, door situaties om te draaien (‘omdenken’), en door problemen te veranderen in mogelijkheden kunnen we ook onze innerlijke geest als een bron van kracht gebruiken.
Waar anderen opgeven of bij de pakken neer gaan zitten, kan een stoïcijn de uitdaging of moeilijkheden omzetten naar iets positiefs. Er is altijd nog een andere optie, altijd nog een mogelijk om een probleem op te lossen. Eén van de meest geciteerde stukken uit de Persoonlijke Notities is dan ook de volgende:
Wat een obstakel was bij een werk, wordt een hulpmiddel, en wat je verhinderde een bepaalde weg in te slaan, wordt een richtingwijzer.Marcus Aurelius
Een obstakel op je pad, of een probleem in je leven, is nooit permanent. Sterker nog zelfs: deze obstakels kunnen ons juist motiveren of machtigen om toch verder te gaan. Iets wat ons eerst verhindert, toont misschien tegelijkertijd wel de richting waar we heen moeten gaan.
Mensen zijn gebrekkig; dit is geen verrassing
De machtigste man op aarde in zijn tijd, schreef het volgende aan zichzelf om elke ochtend te herhalen:
’s Morgens vroeg moet je tegen jezelf zeggen: vandaag zal ik mensen ontmoeten die bemoeiziek zijn, ondankbaar, agressief, onbetrouwbaar, jaloers, egoïstisch. Zo zijn ze geworden omdat ze niet weten wat goed en wat slecht is. Ik echter heb ingezien dat het goede van nature mooi en eervol is en het slechte lelijk en beschamend, en dat de boosdoener zelf, door zijn natuur, met mij verwant is, niet omdat we van hetzelfde bloed of zaad zijn, maar omdat we allebei deelhebben aan dezelfde rede, dat wil zeggen: een klein stukje van het goddelijke in ons hebben.Marcus Aurelius
Mensen zijn gebrekkig, maar we moeten er voor zorgen dat dit ons niet raakt. Dit kunnen we voorkomen door onze waarnemingen en interpretaties aan te passen, maar ook door onszelf voor te bereiden op het feit dat mensen slechte of onjuiste dingen doen. Volgens Marcus Aurelius gedragen mensen zich gebrekkig omdat ze het verschil niet weten tussen het goede en het slechte – maar we moeten ze hiervoor vergeven. Een veelvoorkomend thema in het boek is dan ook de sociale cohesie tussen mensen, en dat we in harmonie moeten proberen te leven. (Bijvoorbeeld: “Wat niet goed is voor de zwerm, is ook niet goed voor de bij.”)
Wat moeten we dan wel doen als anderen gebreken tonen? Richt je op jezelf, en laat anderen zoals ze zijn. “Laat wat die ander misdaan heeft rusten waar het ontstond.”
Zeker in de moderne wereld, waarin de laatste roddels en problemen van anderen slechts één klik weg zijn, is het gemakkelijk om boos of gefrustreerd te raken door de acties van anderen. Onthoudt dan ook: het is beter om op jezelf te richten, en te werken aan je eigen gebreken, dan je te richten op een ander. Mensen zijn nou eenmaal gebrekkig en daar kunnen we niks aan veranderen.
Alles verandert en niets is permanent
Een ander thema dat regelmatig terugkomt bij Marcus Aurelius is verandering en het accepteren van onze sterfelijkheid. Enerzijds houdt dit in dat we nu moeten leven, want iedereen komt vroeg of later aan bij de dood. Aan de andere kant betekent het voor Marcus ook dat er weinig verschil is tussen een kort leven of een lang leven. Vanuit het perspectief van de oneindigheid maakt het immers weinig uit:
Kijk achter je, in de gapende afgrond van de tijd, en vóór je, in een andere oneindigheid. Wat is, tegen die achtergrond, het verschil tussen een kind van drie dagen en een Nestor, die drie generaties heeft zien komen en gaan?Marcus Aurelius
Maar dit hoeft geen depressieve gedachte te zijn. Juist omdat het leven zo kort is, en juist omdat we niet weten wanneer het exact eindigt, moeten we ervoor zorgen dat we nu onze zaken op orde stellen en dat we nu gaan leven als een goed mens.
Hoe kunnen we dat het beste doen volgens Marcus?
Door regelmatig te reflecteren op de dood, door in gedachte te nemen alle mensen die voor ons zijn gekomen en weer zijn gegaan, en door onszelf daar in te betrekken; wij zullen immers ook sterven en mensen zullen ons ook vergeten.
En dit geldt niet alleen voor mensen, maar ook voor objecten; een machtig rijk, beroemdheid, en al het andere. Niets is permanent, en alles verandert continu.
Sta stil bij ieder object en besef dat het al bezig is uit elkaar te vallen en te veranderen en als het ware door ontbinding of verstrooiing iets nieuws te worden, met andere woorden: hoe het de aard van ieder ding is als het ware te sterven.Marcus Aurelius
Beroemdheid is niet de moeite waard
Je zou misschien denken dat één manier om de dood gedeeltelijk te voorkomen, is door beroemd of befaamd te worden. Je leeft dan misschien zelf niet meer, maar je nageslacht, en hun nageslacht, zullen je nog wel kennen door de dingen die je gedaan hebt of door de beroemdheid die je vergaard hebt.
Weldra zul je alles vergeten, weldra zullen allen jou vergeten.Marcus Aurelius
Marcus Aurelius zou deze drang echter beschrijven als nutteloos. In de Persoonlijke Notities staan regelmatig verwijzingen naar het feit dat, rationeel gezien, roem en faam niks toevoegen. Niet alleen is dit buiten onze innerlijke geest – en dus niet de moeite waard om na te streven – roem en faam zijn ook slechts tijdelijk in het perspectief van oneindigheid.
Dus wat voor nut heeft het om beroemd te zijn in je eigen leven? Weinig. Ook postume beroemdheid voegt niks toe; per definitie ben je zelf niet meer aanwezig om van deze roem te genieten, dus wat maakt het dan nog uit?
Wie zich druk maakt over roem bij het nageslacht, realiseert zich niet dat allen die de herinnering aan hem bewaren, zelf ook binnenkort zullen sterven en na hen de volgende generatie net zo, totdat de herinnering, die doorgegeven wordt in een reeks van levens die even opvlammen en dan weer gedoofd worden, helemaal is verdwenen.Marcus Aurelius
Uiteindelijk zal ieder beroemd persoon vergeten worden. Het opzoeken van roem en faam is dan ook een vorm van ijdelheid voor Marcus en niet de moeite waard om na te streven.
De erfenis van Marcus Aurelius
Marcus Aurelius is misschien de meest abstracte van de drie bekende stoïcijnen. In tegenstelling tot Seneca en Epictetus bestaat zijn werk uitsluitend uit korte fragmenten en reflecties. Maar dit is bewust: zijn korte reflecties waren bedoeld als herinnering om beter te regeren in moeilijke omstandigheden, en om een goed mens te zijn in tijden van oorlog, verraad, en epidemie. (Zie hier voor een selectie van zijn beste citaten.)
Het is dan ook dankzij deze wijsheid en nederigheid dat Marcus Aurelius nog steeds gelezen wordt en nog steeds inspiratie biedt. Het maakt niet uit of je zelf in moeilijkheden zit of niet, de Persoonlijke Notities helpen ons te reflecteren over een goed leven. Ook herinnert het ons dat we ons moeten voorbereiden op moeilijke momenten, en dat we moeten leren de tijdelijkheid van het bestaan te accepteren.
Bill Clinton leest Marcus Aurelius elk jaar. Wen Jiaboa, de vorige premier van China, heeft het boek meer dan een honderd keer gelezen. En zo zijn er waarschijnlijk nog vele andere staatshoofden die wijsheid van Marcus Aurelius proberen te krijgen.
Marcus Aurelius bood dan ook ondersteuning aan generaals, staatshoofden, gevangenen, leiders, volgers, ondernemers, en vele andere personen. Hopelijk kan hij ook ondersteuning bieden aan jou, wat je doel ook is, en in wat voor levenssituatie je je ook bevindt. Dat is één van de krachten van het stoïcisme.