Papyrusfragment van een college van Musonius Rufus uit de 3e eeuw.
Uncategorized

Musonius Rufus: De Vergeten Stoïcijn uit de Jonge Stoa

Musonius Rufus is misschien een naam die niet veel zegt. Toch is hij één van de belangrijke filosofen uit het stoïcisme, en specifiek vanuit de jonge Stoa. Naast de drie beroemde stoïcijnse filosofen, Marcus Aurelius, Seneca en Epictetus, is Musonius Rufus de enige andere van wie ook een volledige tekst is overgebleven. Hoewel hij tegenwoordig niet meer echt gelezen wordt, werd hij is zijn eigen tijd als een belangrijk filosoof gezien en werd hij zelfs de “Romeinse Socrates” genoemd.

Wat maakte hem zo populair? Hij was een filosoof met een praktische instelling: centraal stond altijd de toepassing van de filosofie in het leven. Zijn kijk op de leer van de Stoa ging dan ook niet over theoretische zaken maar over het alledaagse. Hiernaast pasten zijn daden ook binnen datgene wat hij verkondigde, hij was dus zelf de belichaming van zijn filosofie.

Het leven van Musonius Rufus

Musonius Rufus werd geboren rond 30 n.Chr. en was al vroeg in zijn leven geïnteresseerd in filosofie. Dit was dan ook wat hij volgde en in de loop van de tijd begon hij anderen te onderwijzen. Tijdens de regeerperiode van keizer Nero, waarin geen ruimte was voor conflicterende meningen, werd Musonius Rufus verbonden aan de zogenaamde ‘stoïsche oppositie’. Deze groep bestond uit verschillende stoïcijnse filosofen, waaronder een aantal leerlingen van Musonius Rufus, die zich verzetten tegenover de autocratische heerschappij van Nero.

Hoewel Musonius Rufus zelf waarschijnlijk geen onderdeel was van deze groep werd hij wel gewantrouwd door de keizer. Hij was immers de belichaming van de stoïcijnse filosofie in de praktijk, en hij had les gegeven aan een aantal prominente leden van de ‘stoïsche oppositie’. Veel van de filosofen binnen deze groep werden geëxecuteerd, maar Musonius Rufus werd verbannen vanuit de stad naar het Griekse dorre en onbewoonde eiland Gyaros.

Na de dood van Nero keerde hij terug naar Rome waar hij weer verder ging met het onderwijzen van het stoïcisme. Waarschijnlijk is het gedurende deze periode dat hij zijn bekendste student onderwees: Epictetus. Tegenwoordig wordt Epictetus gezien als één van de drie belangrijkste stoïcijnse filosofen, maar op het moment dat hij de lessen van Musonius volgde was hij nog steeds een slaaf. Het is dan ook duidelijk te zien dat veel van de ideeën van Epictetus geïnspireerd zijn door Musonius Rufus. Zoals bijvoorbeeld de focus op de praktijk, niet de theorie, en het vinden van innerlijke kracht in omstandigheden die buiten je controle liggen (verbanning, of het zijn van een slaaf).

Keizer Vespasianus verbande elke filosoof uit Rome in 71 n.Chr. met de uitzondering van Musonius Rufus, wat ook weer aangeeft hoe hoog zijn reputatie was in die tijd. Enkele jaren later (waarschijnlijk rond 75 n.Chr.) werd hij echter alsnog verbannen en pas bij het aantreden van de volgende keizer keerde hij terug. Over de laatste jaren van zijn leven weten we niet veel, behalve dat hij waarschijnlijk rond 101 n.Chr. overleed.

Werken

Net als bij de andere werken uit de oudheid is het bijzonder dat we nog steeds de woorden van Musonius Rufus kunnen lezen. Hij schreef zelf zijn filosofie nooit op en wat we nu nog kunnen lezen zijn de notities die zijn leerlingen maakten – net als bij Socrates en Epictetus. Lucius, de leerling van Musonius Rufus die deze notities opschreef, was echter geen Plato (voor Socrates) noch een Arrianus (voor Epictetus). Veel van de colleges van Musonius Rufus klinken vrij stijf en lijken niet echt op een mondelinge redevoering. Waarschijnlijk ligt dit niet alleen aan de schrijfkunsten van Lucius, maar ook aan het feit dat de notities pas later uitgewerkt en geschreven werden.

Wat er uiteindelijk overgebleven is uit de studienotities door de eeuwen heen zijn 21 hoofdstukken met verschillende thema’s, en een aantal kortere fragmenten die uit andere boeken voortkomen.

In het Nederlands zijn de colleges van Musonius Rufus vertaald door Simone Mooij-Valk, die ook de Persoonlijke Notities van Marcus Aurelius vertaalde. Musonius Rufus: Een Oprechte Stoïcijn is de titel van het boek, maar het wordt helaas niet meer gepubliceerd en is daarom tegenwoordig ook nog slecht verkrijgbaar. Een andere optie voor een moderne vertaling is het Engelse Musonius Rufus: Lectures and Sayings.

Voorkant van het boek Musonius Rufus: Een Oprechte Stoïcijn vertaald door Simone Mooij-Valk.

Bekijk op Bol.com.

Voorkant van het boek Musonius Rufus: Lectures and Saying vertaald door Cynthia King.

Bekijk op Bol.com.

 

Belangrijkste onderdelen van zijn filosofie

Praktijk boven de theorie

“Zoals de medische theorie geen enkel nut heeft als zij niet leidt tot de gezondheid van het menselijk lichaam, zo heeft het ook geen enkel nut dat een filosoof een theorie heeft of verkondigt, als die niet leidt tot voortreffelijkheid van de menselijke ziel.”

Het belangrijkste wat naar voren komt in de filosofie van Musonius Rufus is de praktijk. Binnen zijn colleges is er weinig ruimte voor theoretisch gezemel. Wat telt is de toepassing van de filosofie in de praktijk, het leven van een goed leven, en het ontwikkelen van de juiste deugden. Ieder mens is immers wat hij doet, en niet waar hij over praat.

Musonius Rufus vergelijkt het toepassen van het stoïcisme met andere praktische vaardigheden. Is het beter om een muzikant te zijn die alle theorie kent en je alles perfect kan uitleggen, of een muzikant te zijn die een instrument prachtig kan bespelen maar geen idee heeft wat de muzikale theorie is? Of: zou je liever geholpen worden door een dokter met buitengewone kennis die perfect zijn verhaal kan doen maar nog nooit een patiënt heeft behandeld, of een dokter die elke dag mensen behandelt maar misschien niet zo welbespraakt en overtuigend overkomt?

Het antwoord lijkt duidelijk, en de praktische toepassing van het stoïcisme is dan ook waar we ons op moeten richten. Dit was waarschijnlijk ook één van de redenen dat de colleges van Musonius Rufus zo populair waren: hij was een persoon die de praktijkervaring had (verbanning, verlies als gevolg van tirannie, et cetera) en niet alleen iemand die de theorie kende.

Alles wat je nodig hebt

“Want we filosoferen niet met onze handen en voeten of met een ander lichaamsdeel, maar met de ziel en wel met een klein gedeelte daarvan dat we daarom redelijk inzicht noemen. Dat deel heeft de godheid een volkomen veilige plek gegeven, zodat het onzichtbaar en onaantastbaar is, vrij van alle dwang en onafhankelijk.”

Een centraal idee in het stoïcisme is dat de werkelijkheid onder te verdelen valt in twee categorieën: zaken die wel in onze controle liggen, en zaken die niet in onze controle liggen. Dit komt ook terug in het leven en de leer van Musonius Rufus. Niet de externe omstandigheden zijn van belang, maar alleen de interne.

Bij zijn leven is dit onder andere te zien tijdens de verbanningen. Een beroemd leraar in Rome met veel volgelingen, en vervolgens bevond hij zich op een dor, onbewoond eiland in het midden van de Middellandse zee. Ongetwijfeld had hij dit liever anders gezien maar het is een “extern”. De keizer droeg hem op weg te gaan en er was dus weinig keuze. Je kunt er over klagen, maar je kunt er uiteindelijk toch niks aan veranderen. Daarom zette hij zijn lessen dan ook voort en kwamen er regelmatig mensen langs om naar hem te luisteren.

Hiernaast is zelfbeheersing ook een belangrijk thema bij Musonius Rufus. Niet alleen als het gaat om je te richten op de dingen die je wel kunt beïnvloeden, maar ook als het gaat om het vermijden van excessief genot. Als we hierin namelijk toegeven dan richten we ons niet alleen op een extern goed, maar het weerhoudt ons er ook van om een goed en deugdelijk leven te leven.

Welke deugden refereert Musonius Rufus aan? In ieder geval de vier klassieke stoïcijnse deugden: gezond verstand, rechtvaardigheid, moed en zelfbeheersing.

Uiteindelijk van belang voor Musonius Rufus is het leven van een goed leven, wat betekent dat we deze deugden moeten proberen toe te passen in de praktijk. Aan de ene kant doen we dit door te filosoferen en na te denken wat goede regels of richtlijnen zijn om in praktijk te brengen, en aan de andere kant door de verleidingen, pijn en problemen van de externe dingen (zoals ons lichaam, of de situaties waar we ons in bevinden) te verdragen.

Een optimistische humanist?

“Iedereen spreekt over zichzelf alsof hij deugd bezit en goed is. Er is immers in de menigte niemand die, als je hem vraagt of hij onverstandig of verstandig is, zal toegeven dat hij onverstandig is; of die, als je hem vraagt of hij onrechtvaardig of rechtvaardig is, zal zeggen: onrechtvaardig; en die, als je hem vraagt of hij beheerst is of losbandig, zal zeggen: beheerst. Kortom, als je hem vraagt of hij goed is of slecht, zal hij zeggen: goed. En dat zal hij zeggen ook al kan hij niemand noemen die hem les in rechtschapenheid heeft gegeven en al heeft hij de deugd nooit bestudeerd of beoefend. Wat betekent dit anders dan dat er in de menselijke ziel een natuurlijke aanleg is voor rechtschapenheid en dat een kiem van deugd in ieder van ons aanwezig is?”

Je zou Musonius Rufus als een optimist kunnen zien. Hij geloofde dat ieder mens goed kan zijn en dat er binnen ieder van ons een kiem van deze goedheid en van een deugdelijk leven is, maar dat dit nog wel ontwikkeld en aangespoord moet worden.

En als hij spreekt over ieder mens, dan wordt ook echt ieder mens bedoeld. In de oudheid werd de vrouwelijke helft van de bevolking nogal eens vergeten als het ging om filosofie en de ontwikkeling van de ziel, maar bij de stoïcijnen, en specifiek bij Musonius Rufus, niet. Musonius Rufus spoort iedereen aan om filosofie te studeren ongeacht het geslacht, de leeftijd of de achtergrond van die persoon.

Eén van de langere teksten in de colleges gaat over het feit dat zowel mannen als vrouwen filosofie moeten studeren, en dat alle kinderen op dezelfde manier opgevoed moeten worden. Centraal hierin staan de stoïcijnse deugden die voor iedereen even belangrijk zijn. Het maakt dus niet uit wie je bent want voor iedereen is het van belang om deze deugden en een goed leven te ontwikkelen.

Natuurlijk zou je Musonius Rufus niet kunnen omschrijven als een moderne feminist of humanist. Hoewel iedereen op dezelfde manier opgevoed zou moeten worden en hoewel iedereen filosofie zou moeten studeren hebben mensen toch verschillende rollen in het leven volgens hem. Dit is, gezien de tijd waarin hij leefde, niet vreemd. Maar daarom zou je hem wel een protofeminist of protohumanist kunnen noemen. Hij is progressief als het gaat de vermogens en het potentieel van ieder mens, maar conservatief als het gaat om de klassieke rolverdeling in de samenleving.

Musonius Rufus: Citaten en uitspraken

Hieronder een selectie van de uitspraken en citaten van Musonius Rufus. Al deze citaten komen uit Musonius Rufus: Een Oprechte Stoïcijn, vertaald door Simone Mooij-Valk.

Het toppunt van onbeschaamdheid is om bij het verdragen van inspanning te denken aan de zwakte van je lichaam, maar die bij het smaken van genoegens te vergeten.

We huiveren voor de dood als voor het ergste dat ons kan overkomen, we hebben het leven lief als het grootste goed; als we moeten betalen, lijden we, alsof we benadeeld worden; als we geld ontvangen, zijn we blij, alsof het een voordeel is. En op een vergelijkbare manier beoordelen we op de meeste andere gebieden de dingen die niet volgens de juiste begrippen, maar volgen we eerder onze verkeerde gewoonte. Omdat nu volgens mij de zaken zo staan, moet de aspirant-filosoof trachten zover te komen dat hij genot niet verwelkomt, inspanning niet uit de weg gaat, niet aan het leven hangt, de dood niet vreest, en wat betreft geld, ontvangen niet prefereert boven uitgeven.

Hoe kan iemand een betere koning worden of beter leven dan door te filosoferen? Ik voor mij geloof dat een goede koning vanzelf en noodzakelijkerwijs ook filosoof is, en de filosoof vanzelf ook koninklijk.

Het is niet mogelijk de dag van vandaag goed te leven als je hem niet beschouwt als je laatste.

Want we filosoferen niet met onze handen en voeten of met een ander lichaamsdeel, maar met de ziel en wel met een klein gedeelte daarvan dat we daarom redelijk inzicht noemen. Dat deel heeft de godheid een volkomen veilige plek gegeven, zodat het onzichtbaar en onaantastbaar is, vrij van alle dwang en onafhankelijk.

Als je met veel inspanning iets goeds hebt gedaan, verdwijnt de inspanning, maar het goede blijft. Maar als je met plezier iets slechts hebt gedaan, verdwijnt het plezier, maar het slechte blijft.

Geef je de geest te veel respijt, dan ben je hem zo goed als kwijt.

Het lichaam van de filosoof moet natuurlijk goed voorbereid worden op zijn taken, omdat de deugden dat vaak gebruiken als een noodzakelijk werktuig voor de praktijk van het leven. Eén deel van de oefening zal alleen geschikt zijn voor de ziel, een ander deel voor lichaam en ziel samen. Een voor beide samen bestemde oefening is het wanneer wij ons wennen aan kou en hitte, dorst en honger, sober voedsel en een hard bed, afzien van genoegens en het verdragen van inspanningen. Door deze en dergelijke dingen wordt het lichaam sterker, ongevoelig voor pijn, hard en geschikt voor ieder werk, en de ziel wordt sterker omdat zij zich oefent, in moed door inspanningen te verdragen, in zelfbeheersing door af te zien van genoegens.

Daarom beweer ik dat wie zich niet wil inspannen zichzelf zo goed als veroordeelt, dat hij niets goeds verdient, omdat we alle goede dingen door inspanning verkrijgen.

Filosoferen is niets anders dan door theoretisch onderzoek nagaan wat behoorlijk en passend is en het met daden in praktijk brengen.

Zelfs als genot de maatstaf moet zijn van wat aangenaam is, verschaft niets een groter genot dan zelfbeheersing. En als moeite de maatstaf moet zijn van wat vermeden moet worden, geeft niets meer moeite dan gebrek aan zelfbeheersing.

Voor andere stoïcijnse uitspraken zie ook de citaten van Marcus Aurelius, Zeno van Citium, Seneca, en Epictetus.


Reacties (4)
  1. Marco schreef:

    Bedankt voor de mooie en duidelijke samenvatting.

  2. Co schreef:

    Een voor mij nieuwe naam in de Stoïcijnse filosofie. Ik ga er mee aan de slag. Vooral de nadruk op praktische toepassing spreekt mij aan. Mooi dat ik hierop geattendeerd ben, bedankt.

  3. Niko schreef:

    Ik denk dat er ergens een tegenstrijdigheid staat wat betreft de tijdsperiode. Er staat te lezen dat Epictetus als slaaf les kreeg van Rufus in de periode na de dood van Nero toen Rufus was teruggekeerd. Maar in de biografie van Epictetus staat dat hij les kreeg van Rufus toen Nero nog leefde en dat Rufus Epictetus de vrijheid schonk na het overlijden van Nero. Ik zeg dit niet om te muggenziften maar wil graag weten hoe het nu waarschijnlijk heeft plaatsgevonden.

  4. De Nieuwe Stoa schreef:

    Beste Niko,

    Helaas zijn de exacte details natuurlijk moeilijk te achterhalen omdat het al zo’n tijd terug is. Voor zover ik weet is het niet bekend wanneer Epictetus exact onder Musonius Rufus studeerde. Als we Tacitus mogen geloven dan was Musonius Rufus niet in Rome tussen 60 en 62, en niet tussen 65 en 68 vanwege verbanningen. Epictetus werd geboren rond 55 en ging in 93 naar Nikopolis. Ergens tussen die jaren richtte hij dus zijn eigen school op en begon hij met lesgeven. Naar de jaren kijkende is het dus het meest logisch dat Epictetus les had onder Musonius Rufus na 68. Het is ook onbekend wanneer Epictetus exact de vrijheid geschonken werd.

    Overigens schonk Musonius Rufus Epictetus niet de vrijheid, wat hij was slechts een onderwijzer. Epictetus was een slaaf in het huishouden van Epaphroditus, en het was dan ook Epaphroditus die Epictetus de vrijheid schonk (het exacte jaartal is nogmaals onbekend…).

    Hopelijk maakt dat het iets duidelijker!
    – Willem

Geef een Reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met (*)